Volgers

donderdag 23 november 2017

Kats uut de tied

De telefoon gaat. Ik neem op. De stem aan de andere kant van de lijn vraagt of ik 'bi-j de ridaksie van de carnavalskrant wil komme.'

'Tjee, wat leuk! Dat wil ik wel proberen!' Ik voel me vereerd. Gelijk begin ik met het schrijven van een stukje. Ik heb wel wat ideeën. Dat het een hele uitdaging is om 'plat 's-Heerenbargs te schrieve' dat wist ik. En dat wordt me nu des te meer bevestigd. Maar met aanwijzingen en tips, links en rechts, moet het lukken. Hier gaat Bietje veel van leren.

Tussen het schrijven door doe ik de afwas. Afwassen doe ik nog op de ouderwetse manier. Met afwasborstel, sop en mijn handen in het water. Mijn ringen en horloge doe ik af en leg ik op tafel. Na het afwassen en afdrogen pak ik mijn horloge. Verward kijk ik erna. Wat gek! Na ff kijken zie ik het.

Waar normaal de twaalf bovenaan staat, zie ik nu de elf. Mijn horloge is onder de indruk van mijn nieuwe uitdaging.

Op zien 's-Heerenbargs gezeg, ‘Mien hallozie is kats uut de tied!’


woensdag 22 november 2017

Trouw kameraadje

Ruim dertien jaar ben je. Je snuitje is wat grijzer geworden de laatste jaren. Je bent het trouwe kameraadje van het baasje en het vrouwtje. En ook van de kinderen en kleinkinderen van het baasje en het vrouwtje. Je hoort er helemaal bij.

Als ik bij pa en ma kom, ben je super blij dat ik er ben. Het lijkt alsof ik eeuwen weg ben geweest, zo blij ben je. Enthousiast haal je je balletje op en kom je naar me toe. Je joelt en piept het uit. Je kreunt en steunt van genot als ik je aai en je rug masseer. Je bent een mooi en eerlijk beest. Er is niets trouwer en eerlijker dan de liefde van een hond voor zijn baasje.

Je ligt met de bal te spelen op de bank. Ik lees een droevig stukje tekst voor aan mijn vader. Pa zit tussen jou en mij in. Je komt overeind op het moment dat ik begin met lezen. Met je voorpoten sta je op de bovenbenen van pa en je reikt met je grijze snoetje naar mijn gezicht. Je likt mijn gezicht. Pa zegt 'Kijk hier dan'. Zo mooi. Je voelt zo goed aan.

Een lik van jouw tong over mijn gezicht is jouw blijk van troost, steun en liefde. 
Zo puur en eerlijk. Zo oprecht en onvoorwaardelijk.

Een echt trouw kameraadje.


zondag 19 november 2017

Verlangen

Jouw wang raakt de mijne. Kleine stoppeltjes prikkelen mijn wang. De muziek staat hard en het is rumoerig. Onze gezichten zijn dicht bij elkander om elkaar beter te verstaan. Doordat we zo dicht bij elkaar staan, raakt mijn neus jouw krullende haar. Ik vraag me af wat je in je haar hebt gedaan. Het ruikt zalig.

Heel even praat ik met je. Ik denk dat het nog geen minuut geweest zal zijn. Het is leuk om je weer even te zien. Ik vraag hoe het met je gaat. Het gaat goed met je. Dat is fijn te horen. In je ogen zie ik ook dat het goed met je gaat. Dan vervolg ik mijn pad en scheiden onze wegen.

Dagen daarna blijf je in mijn gedachten. Het moment dat jouw huid mijn huid raakte, bracht een bepaald gevoel bij me teweeg. Een zoet verlangen. Het geeft me het gevoel dat ik heel erg dicht in de buurt ben van het gevoel van thuiskomen. Het wakkert een bepaalde zucht in me aan. Een gevoel dat geruime tijd in een soort van sluimerstand staat.

Nu ik het zo van me afschrijf, bedenk ik me hoe bijzonder en magisch het is welk gevoel mensen soms in je kunnen losmaken. Ook al kan ik er voor nu niets mee, ik koester het gevoel. 

Wie weet komt er ooit iemand in mijn leventje die mij het gevoel van thuiskomen geeft. Mocht dit niet zo zijn, niet getreurd, ik blijf genieten en maak er wat moois van. Ik heb een mooi leven. :) 



donderdag 16 november 2017

KMS

'Let maar op mijn woorden, het is echt zo!’

Mijn collega is zeer zeker van zijn zaak. We zijn in gesprek over onze date-ervaringen. Ik vertel mijn verhaal van een poosje geleden. Om twee uur ‘s middags heb ik afgesproken in een café. Zoals gewoonlijk ben ik ruim op tijd en bestel vast een kopje koffie. Het is inmiddels tien over twee. Ik stuur een appje dat ik er al ben. Dan lees ik met opgetrokken wenkbrauwen zijn appje. Hij vraagt waar ik zit, want hij is er al een kwartier. Verbaasd kijk ik om me heen. Wat blijkt… meneer zit in een ander café!

Tien minuten later komt hij gehaast binnen. Hij verontschuldigt zich. Verward kijk ik hem aan. Hij heeft me gezegd dat hij een meter achtenzeventig groot is. Hij omschreef het als de gemiddelde mannen-lengte. In mijn ogen ligt de gemiddelde mannen-lengte toch wel iets hoger. Als het aan mij ligt, mag een man wel een meter tachtig of nog langer zijn. Grote mannen trekken me aan. Eerlijkheidshalve moet ik wel bekennen, dat wanneer er echt een klik is, lengte mij niet uitmaakt. En dan spreek ik uit eigen ervaring. Mijn eerste vriendje en ik waren even groot. En wat was ik er gek op. Maar dat is weer een ander verhaal.

Afijn, ik kijk naar de man voor me. Ik schat hem qua lengte een meter achtenzestig. Groter is hij zéér zeker niet. Hij is aardig en kletst leuk. Toch hebben we al snel in de gaten dat het blijft bij dit ene leuke gesprek.

Mijn collega kijkt me aan en drukt me op het hart ‘Alle mannen die kleiner zijn dan een meter zeventig hebben er last van! Echt allemaal!’ Hij geeft aan dat deze mannen hun lengte compenseren met een grote auto, met machogedrag, erg op zichzelf gericht zijn of een stoer en mannelijk beroep uitoefen (denk aan het leger). Ik kijk hem met een verbaasde blik aan. ‘Ze hebben allemaal last van KMS. Het Kleine Mannen Syndroom’ zegt hij overtuigd. 


zondag 12 november 2017

De gevallen vrouw

Zo ineens zit ik op mijn knieën op de klinkers. Midden op de weg. Mijn fiets ligt tussen mijn benen.

Dit is een hele vreemde gewaarwording. Mijn bedoeling was om op mijn fiets te stappen en weg te fietsen. Een seconde later vind ik mezelf in een hele andere omstandigheid. Het gebeurde zonder dat ik er erg in had. Terwijl ik overeind krabbel, hoor ik naast me ‘Ben je gevallen?’ Voordat ik het in de gaten heb, antwoord ik ad rem ‘Nee, ik stap altijd zo op!’

Het ziet er allemaal goed uit en ik voel niets. Ik ben er goed vanaf gekomen. Gelukkig. (Achteraf bedenk ik me dat niemand me hielp. Iedereen keek toe en aanschouwde het amusante tafereel hoe de gevallen vrouw overeind krabbelde.) Ik stap op mijn fiets en vervolg mijn weg naar huis. In mijn ‘slipstream’ fietsen een aantal mensen mee. De een is wat meer bekend dan de ander. Thuis aangekomen, worden er eieren gebakken en wordt er nog een afzakkertje gedronken. De muziek gaat aan en we keuvelen gezellig verder.

Zittend op een krukje geniet ik van mijn gebakken eitje. Ik raak verward op het moment dat ik naar beneden kijk. ‘Zie ik mijn houten vloer? Door mijn jurk heen?’ Ik kijk nog eens goed. Nu zie ik het. Er zit een mega groot gat in de voorkant van mijn jurk. Mijn hele hand past erin. Het was een gezellige avond. Maar ik ben er duidelijk niet zonder kleerscheuren vanaf gekomen. 


donderdag 9 november 2017

Roet in het eten

Een groot deel van je jonge leventje ben je aan het knokken en vechten. Ik kan me, denk ik, enigszins voorstellen dat je soms moe bent van het vechten en worstelen. En ook van al dat 'getrek' aan je, de vele onderzoeken, behandelingen en therapieën.

Voorheen dacht ik te weten hoe erg het is om een psychische stoornis te hebben. Des te meer ik te weten kom door hetgeen ik hoor, lees en zie, des te verschrikkelijker ik weet dat het is. Als je er niet mee te maken hebt gehad, is het niet voor te stellen hoe zwaar, complex en lastig het is.

Door het bericht wat ik vandaag voorbij zag komen, laat je ons een klein beetje meekijken in jouw wereldje. Je maakt het beeldend zodat we beter begrijpen wat het voor jou betekent. 

'Eetstoornis gooit roet in het eten'.

Ook de opmerking van een paar maanden geleden waarin je zegt dat het voelt alsof je kleurenblind bent terwijl iedereen je zegt hoe kleurrijk de wereld is.

Wat zou ik je graag willen helpen en je willen beloven dat het allemaal goed komt. Wat zou ik graag als een soort van ridder naast je strijden en je een handje helpen daar waar nodig.

Lieve kleine strijder, ik vind je dapper en ben ontzettend trots op je!

Ik lief jou ♡


Een beetje vreemd

De een lacht nog harder dan de ander. Tranen rollen over hun wangen. Nadat ze beiden even een hap adem halen, vraagt een van hen of dit echt serieus is. Op het moment dat het woord 'ja' over mijn lippen komt, gieren ze het weer uit van het lachen. Mijn ene collega ligt dubbel gevouwen in zijn stoel. Er komt een soort van hinnikend geluid uit hem. Mijn andere collega staat voorover gebogen, gierend van het lachen, naast hem. Tussen haar krullen door zie ik dat ze niet meer bijkomt.    

Zo gek vind ik het niet. Het helpt me echt. Ik leg hen uit dat ik ’s nachts veel last van kramp heb gehad in mijn kuiten en voeten. Soms sprong mijn kleine teen zo heftig in de kramp, dat ik niet wist hoe ik mijn voet moest houden. Het ongeloof druipt van hun gezicht. Nog steeds denken ze dat ik hun in de maling neem.

Je kunt een stuk zeep aan het voeteneind onder je matras leggen. Het werkt ook met een oude ijzervijl. Onder mijn matras ligt een oude ijzervijl. Volgens mij is deze nog van mijn opa geweest. Eens in de zoveel tijd, als ik er aan denk, spoel ik hem onder koud stromend water af. Nadat ik de ijzervijl weer in een doek heb gewikkeld, leg ik hem terug onder mijn matras.

Sinds het moment dat de ijzervijl aan het voeteneind onder mijn matras ligt, heb ik 's-nachts geen last meer van kramp in mijn kuiten of voeten. Ik zweer erbij. Misschien is het een beetje vreemd, toch slaap ik lekker met mijn ijzervijl. 


woensdag 8 november 2017

Andere wereld

Er wordt aangebeld. Ik doe open.

Een alleraardigst jonge blonde dame staat stralend voor me. Ik schat haar begin twintig. Vriendelijk en met opgewekte stem vraagt ze hoe mijn dag was. Dan vraagt ze wat ik zou willen. Ik zeg haar dat ik zou willen dat mensen wat aardiger voor elkaar zijn. Veel mensen oordelen en veroordelen. Hebben een mening over een ander. Ik vind dat mensen wat meer naar zichzelf zouden moeten kijken. 

Ze begint haar verhaal over armoede in de wereld. Tijdens het gesprek komen de onderwerpen oorlog en wanhoop aan bod. In zeer korte tijd zijn we er beiden over eens dat we elkaar als mens meer moeten respecteren. En dat we ook liever en meer behulpzaam voor de medemens zouden moeten zijn. 

Ik sluit af met de woorden, dat als ieder mens zich zou bedenken dat, hetgeen je een ander aandoet je in drievoud terug zou krijgen, dan zou de wereld er heel anders uitzien.


zondag 5 november 2017

Verrassend grappig

Lichtelijk verhit kijk ik genietend om me heen. Ik sta met een biertje in mijn hand en heb het warm. In een klein knus café staan we gezellig met zijn allen.

Saartje geeft feest.

Mijn voormalige oud collega is inmiddels een dierbare vriendin van me. Ze is vijftig geworden. Ik ben uitgenodigd voor haar feestje. Al snel heb ik in de gaten dat ze veel fijne en leuke mensen om haar heen heeft.

Vol enthousiasme loop ik naar mijn oud collega's toe. Bijna twee jaar hebben we elkaar niet gezien. We praten verder waar we destijds gestopt zijn. Het voelt zo vertrouwd.

Een van de oud collega's vertelt dat hij me zojuist van een afstandje in de gaten heeft gehouden. Hij spreekt zijn verwondering uit over hoe makkelijk en nonchalant ik me tussen de mensen beweeg. Hoe moeiteloos ik contact leg en een praatje maak. Hij is onder de indruk. Ik leg uit dat ik (de meeste) mensen leuk vind en dat het eigenlijk vanzelf gaat.

Ik vertel hem in vertrouwen dat ik mezelf soms ook grappig vind. Het stomme is, dat als ik een alcoholische versnapering tot me heb genomen, dit versterkt. Zo ook deze middag.

Op het toilet kom ik een man tegen. Al eerder deze middag heb ik hem gespot. Ik spreek hem aan op het toilet. Ik vraag hem of hij me nog kent. Hij vertelt dat hij me al eerder in het café zag staan met mijn sprankelende gezicht. 'Maar ik kan je niet thuis brengen' zegt hij. Ik antwoord hem 'Dat hoeft ook niet. Mijn vader komt me straks ophalen.' 

Lachend verlaten we beiden het toilet. 


Akowzakzozie

En dan komt mijn vader thuis met een ‘zakzozie’.

Het is een oud beestje. In een mooie blauwe kleur. Pa maakt het instrument schoon en repareert het daar waar nodig. Hij oppert dat hij misschien nog een keer les wil nemen. Tot nu toe is dat er nog niet van gekomen.

Zo nu en dan komt de ‘zakzozie’ tevoorschijn en proberen we er wat op te spelen. Het ‘Kermisklant-gevoel’ komt dan naar boven.

Omdat ik niet helemaal duidelijk heb wat voor ding het precies is, kijk ik op internet. Is het een trekzak/trekharmonica of accordeon?
‘Een trekharmonica of trekzak is een prachtig instrument dat je gemakkelijk overal mee naar toe kunt nemen. Het is een diatonisch instrument, vergelijkbaar met de mondharmonica. Een trekharmonica is verre familie van de accordeon: een accordeon is net als een trekharmonica een trekzak, waarbij je moet trekken en duwen aan de balg om geluid te krijgen. Het verschil tussen de twee instrumenten zit hem niet in de motor, de balg, maar in de klank. Hoewel een trekzak en een kleine knopaccordeon veel uiterlijke gelijkenis hebben, zijn het wezenlijk verschillende instrumenten.'

Het is een heel verhaal. Het zal wellicht aan mijn muziekkennis liggen of intellect... Uiteindelijk heb ik nog niet helder wat ik nu in mijn hand heb. Ik denk dat het een accordeon is… maar het kan ook een trekzak zijn.

Wel weet ik zeker dat er muziek in zit. 



donderdag 2 november 2017

Gulp

Een opmerking van mijn oma zorgt ervoor dat ik aan het Googlen ben naar het woord ‘Gulp’.

Hoe meer ik erover lees en hoe vaker ik het woord ‘Gulp’ zie, hoe grappiger het woord ‘Gulp’ wordt. In mijn hoofd zeg ik 'gulp gulp gulp'. Ik zit in mijn eentje te lachen. Ik lees dat er onduidelijkheid is over een gulp en een rits. De gulp is de opening en met de rits kun je de opening sluiten.  

‘Een gulp is een verticale opening in kleding voor het kruis, met een overslag. Zo’n gulp kan afgesloten worden met een rits of knopen, of ook gewoon niet. Denk aan bepaalde onderbroeken en pyjama’s voor mannen. Deze hebben geen rits of knopen maar wel een gulp. Vroeger hadden vrouwen geen gulp. Kleding sloot aan de zijkant, niet voor het kruis en zonder de overslag die een gulp maakt. Sinds vrouwen ooit mannenjeans (met gulp dus) gingen dragen, is de mode-industrie ingehaakt op de trend en is vrouwenbroeken met mannen gulp gaan maken. Inmiddels is dat zo ingeburgerd, dat alleen een woordenboek nog weet dat een gulp eigenlijk de opening in een mannen broek is (geweest).’

Mijn oma is een paar jaar geleden overleden. Haar fenomenale woorden komen nog regelmatig voorbij als iemand de rits of gulp open heeft. Als we oma erop wezen dat haar rits of gulp open stond, reageerde zij glimlachend met de woorden:

‘Een goede zaak is dag en nacht los!’