Volgers

dinsdag 27 maart 2018

Dreigend Briesend

Terwijl ik naar mijn vader luister, neem ik nog een slokje koffie. Hij vertelt dat er wat in de schuur staat. Hij heeft een paard meegenomen. Het is een wat ondeugende hengst met een eigen willetje. Dit is nog zachtjes uitgedrukt.

‘Oh nee, pa!’ Schiet er door mijn hoofd. Het huis van mijn ouders is niet geschikt om een paard te houden. Het is een hoekhuis in de bebouwde kom. Via de schuur loop je door de keuken naar de woonkamer, waar ik nu zit. Pa vertelt dat hij straks nog even snel een soort van hok in de schuur in elkaar wil zetten. Het onstuimige beest kan dan nergens heen en niets kapot maken. Pa is een dierenvriend en is erg handig, maar ik vraag me af of dit wel zo’n goed idee is.

Pa is nog niet uitgesproken of ik hoor in de keuken het geluid van hoeven die op de plavuizen neerkomen. Achter mijn vader zie ik, in de deuropening van de keuken naar de kamer, het paard verschijnen. Met deinende en glanzende zwarte manen loopt het dier de woonkamer in. Ik heb geen verstand van paarden, maar dit lijkt me een Fries. Het dier ziet er echt mooi uit. 

Het dier loopt regelrecht op mij af. Het voelt dreigend. Briesend staat het beest voor me. Ik draai me heel rustig om en zit nu met mijn rug gekeerd naar het dier. Stilletjes wacht ik af. Dan voel ik een stevige druk tegen mijn rug, bij mijn linker oksel. Het zwarte wezen drukt zijn neus flink tegen me aan. Wat gaat de tijd langzaam. Wat moet ik doen? Ik voel het beest briesend in- en uitademen door mijn trui heen. Dan gaat de wekker.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten