De tranen biggelen over mijn wangen. Ik probeer te stoppen.
Even is het stil. Dan begin ik weer. Ik lig dubbel van het lachen.
Samen met mijn moeder zit ik in de auto. We zijn op weg naar
huis. We hebben de slappe lach. We proesten het uit.
Eerder deze avond hebben we met een zestal dames gegeten bij
't Zusje in Doetinchem. We zitten gezellig aan een ronde tafel en keuvelen de hele
avond over van alles en nog wat. Ondertussen smikkelen we van de lekkere
gerechtjes.
Het onderwerp van gesprek komt op een bepaalde uitdrukking.
Ik blijf het fascinerend vinden dat je op zoveel verschillende manieren iets
kunt zeggen. Het is zo grappig hoe het uit haar mond komt. Nooit eerder had ik
het gehoord. Ik hoor haar stem en zie haar gezicht terwijl ze zegt 'Hi-j druk mien tegen ut katoen.'
Aangezien ik erg visueel ben ingesteld, zie ik het complete
plaatje voor me. Ik proest het uit van het lachen.
In de auto praten mijn moeder en ik na over de leuke avond.
Op het moment dat we het onderwerp van het katoen aansnijden, schieten we weer
in de lach. Mijn moeder pakt haar zakdoek uit haar tasje. Ze veegt haar tranen
weg. Proestend van het lachen rijd ik verder.
Ik moet me enigszins op de weg concentreren. En niet teveel denken aan die stralend witte katoenen onderbroek. Het woord 'katoen' zal de rest van mijn leven
een leuke en grappige herinnering meedragen.
Ik kijk terug op een erg gezellige en leuke avond. Dank je
wel dames.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten