Samen met een collega loop ik naar de bedrijfsauto. We zijn op weg om een cliënt
te spreken. Terwijl ik wil instappen zie ik dat de bijrijdersstoel vol ligt met
zaadjes. Zaadjes van vermoedelijk een overheerlijk broodje. Aan de zitting te
zien denk ik dat er weinig zaadjes op het broodje zijn blijven zitten.
Gelijktijdig met het aanschouwen van dit tafereel zeg ik tegen mijn collega 'Kijk hier! Een zaadlozing in de auto!' Hij kijkt me aan met een verwarde en vragende blik. Dan ziet hij de rijkelijk bezaaide zitting en begint hard te lachen.
Ik veeg de meeste zaadjes van de zitting en neem plaats op de bijrijdersstoel. Ik denk terug aan een soortgelijke gebeurtenis van een aantal jaren geleden. Het is bijna pauze en ik ga broodjes halen bij de supermarkt. Op de afdeling van mijn werk vraag ik voor wie ik een broodje kan meenemen. Een mannelijke collega wil graag een broodje zonder zaad. Dus zeg ik 'Jij wilt een zaadloos broodje?'
Het blijft een leuke woordspeling.
Gelijktijdig met het aanschouwen van dit tafereel zeg ik tegen mijn collega 'Kijk hier! Een zaadlozing in de auto!' Hij kijkt me aan met een verwarde en vragende blik. Dan ziet hij de rijkelijk bezaaide zitting en begint hard te lachen.
Ik veeg de meeste zaadjes van de zitting en neem plaats op de bijrijdersstoel. Ik denk terug aan een soortgelijke gebeurtenis van een aantal jaren geleden. Het is bijna pauze en ik ga broodjes halen bij de supermarkt. Op de afdeling van mijn werk vraag ik voor wie ik een broodje kan meenemen. Een mannelijke collega wil graag een broodje zonder zaad. Dus zeg ik 'Jij wilt een zaadloos broodje?'
Het blijft een leuke woordspeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten