Vijf en een half jaar was ik toen jij in mijn leventje kwam. Je was zo klein met je witte haartjes.
Op die dag werd ik ineens een grote zus. Een grote zus die trots is op haar kleine broertje en dat is nooit meer over gegaan. Een zus die haar broertje hielp met eten geven. Als ik je spinazie gaf, smikkelde ik stiekem een beetje mee. Spinazie uit zo'n potje babyvoeding vond ik erg lekker. Sorry nog daarvoor.
Ma vertelde dat we, toen we klein waren, in rondjes (jij op de tractor en ik op mijn fiets) om de keukentafel achter elkaar aan reden. We hadden dan de grootste schik.
Je was niet altijd even blij met me. Wat heb jij het lastig gehad in de ochtend toen je puber was. Jij was iemand die in alle rust en stilte op gang moest komen. Het liefst met niemand om je heen. Je probeerde 's ochtends altijd weg te zijn voordat pa en ik op waren en beneden kwamen. Want wij praatten honderduit, de radio ging aan. We waren echt aanwezig.
Je groeide van klein broertje uit naar een grote broer. Je bent grappig en hebt het hart op de juiste plek. Je bent sterk en duidelijk. Je bent handig en gezellig. Je houdt je grote zus in de gaten. Je staat voor iedereen klaar. Je bent een goede en hardwerkende vakman/timmerman. Je hebt een leuke vrouw getroffen en bent vader geworden van twee prachtdochters.
Als er wat is, ben je er voor me. Ik ben blij dat we een fijne band hebben. Dank je wel daarvoor.
Je blijft voor altijd mijn lieve grote kleine broer ♡