Sinds een paar weken volg ik een opleiding welke in Amersfoort wordt gegeven. Hierdoor rijd ik meer en langere afstanden dan normaliter en ervaar ik dat het méér dan opletten is. Het is zelfs opletten voor een ander. Ik kijk nóg meer vooruit dan ik gewend ben. (Het vooruit kijken is me aangeleerd tijdens de motorrijlessen toen ik negentien was. Hier heb ik veel profijt van). Hoe snel is een bestuurder niet afgeleid? Zie je iets over het hoofd? Nog niet gesproken over het ongemanierde rijgedrag… als voorbeeld het van links naar rechts schieten en weer terug om net dat beetje sneller te rijden… Waarom? Ook zie ik veel autorijders met een aandoening, een stoornis, een imperfectie. Deze vinden het erg vermoeiend en lastig om de richtingaanwijzer te gebruiken. In mijn ogen een ernstige aandoening.
Er is iets gebeurd. Er worden pionnen op de weg gezet door
mannen met felgekleurde veiligheidsvestjes. Politie en ambulance zijn er… twintig… dertig
hulpverleners. Ik kan ze niet zo snel tellen, het zijn er veel. Georganiseerd
gaan ze te werk. Ieder lijkt precies te weten wat te doen. Een grote
brandweerwagen nadert. Auto’s met alarmlichten aan op de vluchtstrook.
Doelgericht gaat ieder te werk. Ze zijn er om je te helpen. Waardering voor
deze kanjers.
Daar zie ik je
liggen… motorrijder met je zwart leren broek en ontbloot bovenlijf. Hulp om je
heen. Jouw motor ligt een flink eind verder op. Ik hoop dat het goed met je
komt.
Het raakt me. De hele situatie.
Helpende mensen bij een mens in nood. Breng een ander niet in gevaar. Laat zien wat je doet. Heb begrip voor een ander. Wees minder gehaast.