Ik reageer enthousiast met de vraag of hij me wil vragen om
dansmarietje te worden. Gelach klinkt aan de andere kant van de lijn. Nou, dat
is toch wel een andere leeftijdscategorie.
Hij geeft aan dat de Prins met zijn adjudanten een bezoekje
wil brengen bij de mensen die meelopen in de carnavalsoptocht. Verbaasd reageer
ik dat we maar met twee personen zijn. Dat we geen grote groep zijn. Dat we
geen grote wagen bouwen. Dat we geen vaste bouwavond hebben. Er is nog nooit
iemand komen kijken. De adjudant legt uit dat iedereen die mee loopt er
energie in stopt en er druk mee is. Het maakt niet uit met hoeveel man je bent.
Samen vormen we de optocht.
Voor het dertiende jaar loop ik de optocht met een vriendin.
We noemen ons de Spinnekes. We lopen altijd met veel plezier. We maken een
afspraak. Mijn vader helpt ons bij het klussen. Daarom nodigen we hen uit bij mijn
ouders. We maken kennis in de schuur en proosten met Jägermeister. Daarna verplaatsen
we ons naar de woonkamer waar de houtkachel brandt. We drinken koffie en praten
honderduit. We horen wat er allemaal bij komt kijken om Prins te zijn. We
vertellen wat over ons zelf. Het is gezellig en er wordt veel gelachen.
Na een klein uurtje zwaaien we hun glunderend uit. We
stralen en hebben en glimlach van oor tot oor. Man wat krijg je hier een
energie van! Het begint nog meer te kriebelen dan het al deed.
Laat de Carnaval maar komen.
Ik ben fan van de Prins en zijn adjudanten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten