Het is half vijf in de ochtend. Ik stap uit mijn bed om te
plassen en hoor het fluiten van een merel. Een
vrolijk gevoel bekruipt me. Het voorjaar is in aantocht. Heerlijk.
Wat is er mooier dan het gefluit en gekwetter van de vogels
in de vroege ochtend? Ik word er opgewekt van. Mijn dag kan niet meer stuk.
De mannetjes doen hun opperste best en zingen er op los. De
vrouwtjes kiezen de mannetjes die het mooist en het langst zingen. Een mannetje
dat lang kan zingen heeft een goed leefgebied en kan dus veel voedsel voor de
jonge vogels vinden. Dat zijn de beste mannen. Bij ons mensen werkt dat
duidelijk anders. Of zou dat de reden zijn dat bouwvakkers vrouwen nafluiten?
Vogels zingen meestal alleen in het voorjaar. Dan moeten ze
hun territorium verdedigen en een vrouwtje zoeken. Na de broedtijd is zingen
niet meer nodig. Het trekt dan alleen maar de aandacht van roofdieren. Dus
stoppen de meeste vogels dan met zingen. In augustus hoor je de merel niet meer
fluiten.
Mijn tuin behoort tot het territorium van een merel met witte vlekjes op zijn kop. Twee jaar geleden zag ik een merel met kale plekjes op zijn bolletje. Wat hem overkomen is, ik heb geen idee. Misschien een gevecht met een soortgenoot of aangevallen door een kat. De merel heeft het gelukkigerwijze overleefd. De veertjes zijn aangegroeid en zijn wit van kleur. Hierdoor is meneer merel voor mij makkelijk te herkennen.
Mijn tuin behoort tot het territorium van een merel met witte vlekjes op zijn kop. Twee jaar geleden zag ik een merel met kale plekjes op zijn bolletje. Wat hem overkomen is, ik heb geen idee. Misschien een gevecht met een soortgenoot of aangevallen door een kat. De merel heeft het gelukkigerwijze overleefd. De veertjes zijn aangegroeid en zijn wit van kleur. Hierdoor is meneer merel voor mij makkelijk te herkennen.
Ik stap terug in mijn bed en luister vermaakt naar de
zangkunsten van meneer merel, druk doende zijn territorium aan te geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten