‘Hey! Wat doe jij nou?’
Samen met mijn collega loop ik naar mijn auto. Terwijl ik
naar mijn auto loop, doe ik de deuren van een afstandje open. Zo ook mijn
autoramen. Ze is verbaasd. Ik leg haar uit dat de ramen automatisch open gaan
als je het knopje, om de deur te openen, langer ingedrukt houdt. Ze probeert
het bij haar auto. Ze is stomverbaasd. Bij haar werkt het ook. Met een blij
gezicht stapt ze in haar auto en rijdt zwaaiend weg.
Ik merk op dat mijn deuren dicht zitten en mijn ramen open
zijn. Hier klopt iets niet. Een paar keer proberen, open en dicht, open en
dicht. Niets… Met de sleutel in het slot
probeer ik de deur te openen. Het knopje gaat omhoog maar zakt weer terug. Niets… Ik probeer de deur van binnenuit te openen. Niets… ‘Moet ik nu echt met mijn jurkje klimmend door het raam om in de
auto te komen?’ Er zit niets anders op. Ik voel me een inbreker in mijn
eigen auto. Het is nog wel ff een dingetje om charmant in de auto te klimmen
met een jurkje. Ik kan je vertellen dat deze missie duidelijk niet is geslaagd.
Hopelijk hebben niet al te veel mensen gekeken. Als ik me zo in de auto laat
zakken, voelt het ook wel een beetje stoer. Ik denk gelijk aan de ‘Dukes of Hazzard’. Deze heren stappen
altijd op deze manier in hun auto.
Nadat ik de sleutel in het contact steek en deze omdraai,
kom ik tot de ontdekking dat er niets gebeurt. Ik probeer uiterst gracieus uit
de auto te klimmen en bel mijn redder in nood, mijn vader. (Toch vraag ik me werkelijk af waarom ik twee keer in en uit de auto
ben geklommen… Gewoon om nog een keer te checken…) Met een kwartiertje is
hij er. Ik druk op het knopje om te laten zien dat de deuren niet open gaan. ‘En wat denk je? De deuren gaan open!’
Met verbaasde ogen kijk ik mijn vader aan. Ik stop de sleutel in het contact en
de radio gaat aan… ‘Nee he?’ Maar de
auto start niet…. Mijn vader legt uit dat de accu zich waarschijnlijk iets
heeft opgeladen doordat deze rust heeft gehad. Met startkabels krijgen we mijn
auto aan de praat. We besluiten om gelijk naar de garage door te rijden.
Nog geen twee honderd meter verder gebeurt er een
ongeluk. Een zwangere vrouw fietst tegen een auto. Zoals mijn vader is, stapt
hij gelijk uit de auto en schiet te hulp. Ik zet mijn auto, met alarmlichten
aan, langs de kant van de weg (de motor
laat ik draaien in verband met mijn accu). Het is erg druk op de weg. De
auto van mijn vader staat midden op de weg met lopende motor. Ik ren er snel
naar toe, spring in zijn auto en zet ook zijn auto, met alarmlichten aan,
achter die van mij. Een andere collega staat in de rij auto’s te wachten en slaat
het tafereel gade. Daarbij ziet hij mij heen en weer vliegen van de ene naar de
andere auto. Het lijkt erop dat het met de dame in kwestie en haar kindje redelijk
goed is afgelopen. Gelukkig!
Een nieuwe accu rijker kom ik thuis. Daar ontdek ik dat ik gisteren
vergeten ben om mijn parasol dicht te doen. Er steekt een ijzeren prikker door
het canvas.
Het laat me inzien dat een accu te koop is en dat je verder
kunt rijden. Dat een gat ik een parasol wellicht met Ducktape te repareren
valt.
Dat het leven van een kindje zoveel belangrijker is dan dit
alles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten