Volgers

donderdag 30 januari 2020

Stinkende vis

‘Na drie dagen gaat de vis wel stinken’ vang ik op. Het is even stil.

‘Wat zeg je?’ hoor ik een andere collega haar vragen. ‘Ja je weet wel, het spreekwoord dat de vis na drie dagen wel gaat stinken’. Weer is het even stil. ‘Dat bestaat niet, dat is geen spreekwoord’ zegt mijn andere collega. ‘Jawel, dat is als je met familie op vakantie bent, dan gaat de vis na drie dagen stinken’ wordt er geantwoord.

‘Het klinkt meer alsof een geheim na een poosje op een vervelende manier naar buiten komt’ zegt de andere collega weer. Ze schateren het uit met hun tweetjes. Ik lach mee. Om het nog erger te maken hoor ik ‘Of was het vier dagen?’

Ik haak af. Dit kan toch niet waar zijn. Dit spreekwoord is volgens mij uit de duim gezogen. Tranen van het lachen lopen over de wangen van mijn collega’s. Papieren zakdoekjes worden tevoorschijn gehaald. We gieren het uit.

Mijn collega van het visspreekwoord gaat via Google naarstig op zoek naar spreekwoorden met vis. Zij blinkt uit in het verzinnen van nieuwe spreekwoorden. Zo kwam ze een poosje geleden met het spreekwoord ‘Als er kaas in huis is, wil je geen kaas’. Hier heb ik echt ook nog nooit van gehoord.
Het blijkt dat haar moeder haar vaak heeft gezegd, dat ze geen kaas wilde als er kaas in huis was en als er wel kaas in huis was, dat ze het niet wilde. Met andere woorden als iets voorhanden is wil je het niet en als het er niet is wil je het wel. In haar brein heeft ze dit als spreekwoord opgeslagen.

Totaal verbijsterd hoor ik haar zeggen ‘Hoe kan het dat ik zulke spreekwoorden weet? Dit kan toch niet waar zijn.’ Net als haar vinden wij het ook wonderbaarlijk. Een paar seconden later zegt ze ‘Maar jullie snappen het wel!’ Ze zegt dat ze deze spreekwoorden vaak gebruikt en het grappige is dat mensen ‘O ja, precies’ zeggen. Behalve nu.
‘Misschien heb ik wel een nieuw spreekwoord verzonnen!’ Mijn andere collega komt niet meer bij. Ze snakt naar adem.

Dan hoor ik een blij verraste stem ‘Ik heb het gevonden!'
‘Bezoek en vis blijven drie dagen fris! Het betekent dat je gasten niet te lang moet laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren.’
Het is zo lang als het breed is.

En stinkende vis? Daar zit een luchtje aan.


zaterdag 25 januari 2020

Gevonden

‘Oh Bi… wat zag ik? Klopt het wat ik op Facebook zag?’

Ik knik wat beteuterd een ‘ja’ naar mijn collega. Eind december heb ik vriendlief een leren armband met inscriptie cadeau gegeven. Afgelopen weekend heeft de armband zijn eigen pad gekozen. En dat is niet meer aan de arm van vriendlief. Amper een kleine maand heeft de armband aan de arm van mijn vriend mogen bungelen. Op Facebook heb ik een bericht geplaatst. De kans is klein, maar mocht iemand hem vinden dan is het toch leuk om hem terug te krijgen.


Een tweede collega mengt zich in het gesprek. ‘Soms vinden mensen wel eens iets’ zegt ze met een zeer verstandig gezicht. Ik kijk haar vragend aan. Mijn wenkbrauwen lichtelijk opgetrokken. ‘Jaahaa! Soms vinden mensen wel eens iets!’ zeg ik gekscherend.  We schieten met ons drieën in de lach. ‘Oh, wat een brain fart!’ lacht ze verder. Ze bedoelt uiteraard dat er wel eens wat teruggevonden wordt. Bijvoorbeeld een knuffel van een kindje. Een beertje die aan de andere kant van Nederland gevonden wordt en weer terugkeert naar het beer-loze kindje.

Zo vertelt ze dat ze een keer medicatie in de trein heeft gevonden. Ze heeft destijds gelijk actie ondernomen en hiervan melding gemaakt. Niet veel later die dag reageerde de dame die het verloren was. Deze dame was ontzettend opgelucht omdat ze de medicatie dagelijks nodig bleek te hebben.

‘En ze is zélf ook al eens gevonden!’  zegt mijn andere collega. ‘In de trein’ vult ze aan. ‘Zeker door de conducteur’ zeg ik. Wat blijkt? Op 16-jarige leeftijd is ze in de trein in slaap gevallen. Bij de controle van de wagons, voor de nachtstalling op het rangeerterrein, heeft de conducteur mijn slapende collega gevonden.

Nadat hij haar voorzichtig wakker heeft gemaakt, mocht mijn lieftallige nog wat slaperige collega meerijden. Deze alleraardigste conducteur heeft haar met zijn auto thuisgebracht.

Met grote zorgvuldigheid is dit gevonden voorwerp teruggebracht bij haar ouders.



zaterdag 17 augustus 2019

Scheet?

'Tjéé zeg!' Mijn collega kijkt me met verbaasde en ietwat geschrokken blik aan. 'Dit zijn mijn schoenen hoor!' Reageer ik ad rem. Bij het weglopen ontsnapt een soort van scheetgeluid uit mijn schoenen. 'Het komt door de sokken in mijn schoenen' leg ik verder uit. Ze kijkt me met een vreemde glimlach aan. Volgens mij gelooft ze me niet.

Om te bewijzen dat dit ongepaste geluid echt uit mijn schoenen komt, zet ik nog een paar passen. Ik loop wat heen en weer. Gelukkig hoor ik het geluid weer. Zelfs mijn manager hoort het. Ook zijn volle aandacht heb ik.

Ongemakkelijk vind ik het. Al komen scheetgeluiden uit je schoenen, ze trekken toch echt de aandacht. Daar ben ik inmiddels wel achter. Eigenlijk is het ook best een brutaal geluid. Een geluid dat zich vrijpostig ten gehore brengt. Een soort van decorumverlies. (Met decorumverlies wordt bedoelt dat iemand zijn manieren verliest en zich niet meer netjes gedraagt). In de woorden van mijn grappige vader ook wel 'decoratieverlies'.


Hoe kan het dat ik andere mensen nooit met 'scheetschoenen' hoor? Ik heb het alleen bij sneakers. Verschillende soorten sokjes heb ik geprobeerd. Andere inlegzooltjes in mijn schoenen helpen niet. Misschien komt het doordat ik mijn voeten elke ochtend insmeer met voeten crème en dat mijn sokjes hierdoor stroef gaan reageren op de binnenzool. Ik weet het niet. Geef mijn portie maar aan Fikkie!

Snel trek ik mijn kleine sokjes uit en loop met blote voeten in mijn schoenen een rondje over de afdeling. En... jazeker... je raadt het al. Dit gaat volkomen geluidloos. Het bewijs is geleverd. Gelukkig!

De oorzaak... daar hoop ik nog eens achter te komen. Voor nu ga ik geluidloos met blote voeten in mijn sneakers op weg naar huis.



woensdag 14 augustus 2019

Haar

Ik smelt weg…

Ik kijk naar een foto met een allerliefst hartveroverend klein babygezichtje. Haar donkere oogjes kijken wijs de wereld in. Wat een schattig meisje is het. Haar kleine bolletje is bedekt met een bos donkere haartjes. Zo lief en vertederend. Een blij niet nader te omschrijven gevoel overmeestert me.

Vol blijdschap praat ik met collega’s over het kleine meisje. Een van de collega’s vertelt opgetogen welk bijzonder gevoel ze heeft en wat het met haar doet. Ze kan het gevoel niet thuisbrengen. ‘We zijn tante geworden!’ zeg ik. ‘Ja precies’ zegt ze ‘zo voelt het.’ Met twinkeling in onze ogen praten we vol trots en opgetogen verder.
Verbaasd blijf ik elke keer over het feit dat sommige kindjes geboren worden met enorm veel haar. Deze nesthaartjes verliest het kindje in de eerste maanden na de geboorte. Toch blijf ik het altijd verwonderlijk vinden. Wellicht komt dit mede door mijn eigen verleden.
Een collega giechelt als ik haar vertel dat ik zo goed als kaal geboren ben en tot mijn eerste verjaardag amper haar heb gehad. Pas met anderhalf jaar had ik iets van wat je een bosje haar kunt noemen.

En nu ik ouder wordt, groeit het op plekken waar ik het liever niet heb. Ook dit is verbazingwekkend. Daarbij komt dat deze haren vaak opvallend, lang en donker zijn. Geef mij dan toch maar die zachte blonde donshaartjes.


 

maandag 12 augustus 2019

Geit

Vrolijk wandelend in mijn groene bloemetjesjurk begeef ik me in een park met dieren. De jurk in kwestie zit goed gesloten om mij heen. Eerlijk gezegd, zit de jurk strak om mij heen. Eigenlijk best wel strak. Om hierbij een beeld te schetsen, de bloemen zijn een slag groter dan ze behoren te zijn. Ik ben blij met jurkjes die met me meegroeien. Er komt vast en zeker weer een periode dat ik deze jurk draag en de bloemetjes in hun oorspronkelijke proportie zijn. Voor nu accepteer ik hoe ik ben.

Afijn, met mijn iets te grote bloemen loop ik tussen de geiten. Aaiend baan ik mij een weg tussen deze leuke beesten. Vermaakt kijk ik hoe een geit geniet terwijl ik haar nek aai en masseer. Grappige dieren zijn het. Ik loop wat verder naar een omgevallen dikke boomstam. Ik ga zitten en aai een geit voor me. Dan ineens voel ik dat een andere geit mijn haar ontdekt heeft. Geitenlippen verkennen mijn haar. Vermoedelijk wordt het aangezien als een niet te ontkennen appetijtelijke bos hooi. Hierbij bedenk ik me dat dit wellicht verre van een compliment is voor mijn ietwat wilde haarbos. De geit in kwestie begint blij en verrukt te peuzelen aan mijn haar. Ze komt, tot mijn blijdschap, al snel tot de ontdekking dat mijn haar verre van eetbaar is.  

De bloemen op mijn jurk zijn ontdekt. Knabbelend gaat mijn geitenvriendin op verkenningstocht. Zachtjes voel ik hoe zij mijn jurk aftast. Bloemetje voor bloemetje. Ze doet dit heel voorzichtig. Mijn jurk blijft hierbij heel. Gelukkig. Al snel besluit ze dat dit verloren tijd is. Ze blijft rustig staan op de boomstam en kijkt wat afwezig van zich af. Ik denk dat ze enigszins onder de indruk is van mijn verschijning. Ze vraagt zich vast af wat die vreemde dame met nep hooi op haar hoofd en nep bloemen op haar jurk in het park doet.

Dat mijn lijf, huid en haar anders worden door de tand des tijds, daar ben ik inmiddels bekend mee. Met de acceptatie hiervan ben ik ook aardig op weg. De ene keer gaat dit wat makkelijker dan de andere keer. Al met al gaat het erom wie je bent en wat je doet. Hoe sta je in het leven. Een rimpeltje meer hier en wat minder elasticiteit daar mag de pret niet drukken. Alhoewel minder elasticiteit kan na verloop van tijd het aanzicht geven van gesmolten kaarsvet. Aangezien ik een beelddenker ben, wil ik deze gedachte graag parkeren.

Vrolijk concludeer ik dat ik om op te vreten ben, al is het in geitenogen. En voor volgende week staat gelukkig een afspraak met mijn kapper gepland.




zondag 19 mei 2019

Poederig

'Oh... Wie ruikt er hier zo lekker?' Mijn collega komt de afdeling op. Met haar neusgaten open gespreid kijkt ze ons onderzoekend aan.

'Misschien ben ik het? Ik heb een nieuw luchtje op' zeg ik.

Met haar neus iets omhoog gestoken, besnuffelt ze ons één voor één. Terwijl zij ruikend haar ronde doet, praat ik verder. 'Het is een klassieke geur van een parfumhuis uit 1770 of 1863 of zoiets.' Mijn collega kijkt me aan en herhaalt me met een wat overdreven stem 'Een klassieke geur uit 1770'. 'Ja' zeg ik lachend 'Ik heb de geur op mijn leeftijd aangepast, dat oude klassieke past beter bij me'. Lachend vervolgt ze haar ronde.
'Het is een poederige geur. Ik houd van poederige luchten' praat ik verder. Aan de andere kant van het bureau kijkt ze me aan met een twinkeling in haar ogen. 'Nou, mijn parfum is gewoon vloeibaar hoor!' We proesten het uit van het lachen.

maandag 15 april 2019

Ieder huisje

Met haar mooie zwangere buik staat mijn collega voor me. Ze is zo ongeveer op de helft van haar zwangerschap. Haar buikje is de laatste weken goed zichtbaar geworden. Ik vind het wonderbaarlijk om te zien hoe een lichaam verandert en wat het allemaal aankan. Nog niet gesproken over het kleine wondertje dat in haar buik aan het rondzwemmen is.

Samen met nog twee andere collega’s kletsen we wat over ditjes en datjes. Het gesprek wordt wat serieuzer. We beseffen dat ieder van ons zijn problemen heeft en moeilijkheden kent. Overal is er wel wat. ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’ zegt een van ons. En zo is het. Niemand blijft geheel voor leed gespaard. Ieder krijgt met leuke en minder leuke dingen te maken in het leven. Daarbij geldt dat de een met meer problemen of narigheden te maken krijgt dan de ander. Het leven is hierin wat oneerlijk verdeeld. Hierop reageer ik ‘Sommigen hebben wel een groot kruis.’  
Met een grote lach reageert mijn lieftallige zwangere collega ‘Dat heb ik na de bevalling ook!’

maandag 1 april 2019

Niet alles is wat het lijkt

Gezellig en behaaglijk zit ik op een terras. Heerlijk genietend van de warme zonnestralen op mijn rug. Ik verkeer in prettig gezelschap. De man voor mij draagt zijn lange haar vandaag weelderig los. Zijn haren hangen nonchalant over zijn schouders gedrapeerd. Het is een haarlengte waar ik jaloers op kan zijn. Het is mij nooit gelukt om mijn haar langer dan zo’n dertig tot vijfendertig centimeter te laten groeien. De laatste jaren draag ik mijn haar kort. Mijn haar is gewoonweg niet gemaakt om een weelderige lange haardos te zijn. 

De mannelijke ober heeft ons gespot en nadert de man, voor me, van achteren. ‘Goedemiddag dames, wat kan ik voor jullie doen?’ Met dat hij dit zegt, kijkt hij ons aan en hoor ik een ‘Oh, sorry meneer!’ Mijn gezelschap en ik schieten in de lach. Mijn gezelschap reageert alleraardigst en rustig ‘Oh, dat gebeurt wel vaker. Geen probleem.’ De ober verontschuldigt zich nogmaals, neemt de bestelling op en snelt zich weg.
In mijn ooghoek volg ik hem. Ik zie dat hij zijn amusante verhaal aan een collega vertelt. Op haar gezicht verschijnt gelijk een grote lach. Ze kijkt onze richting op. Onze ogen ontmoeten elkaar en we lachen naar elkaar vanwege het vermakelijke gebeuren.

Enkele minuten later nadert een serveerster onze tafel om onze drankjes te brengen. ‘Dag dames, voor wie is de Rivella?’ hoor ik haar zeggen. Ik schiet in de lach en hoor haar zeggen ‘Oh, sorry meneer!’ Binnen tien minuten vergist een tweede persoon zich. Nadat ze de drankjes heeft uitgeserveerd, snelt ook zij zich weg. Mijn gezelschap en ik kunnen er smakelijk om lachen.  

Dat wat ons vaak aantrekt in het andere geslacht zijn de verschillen tussen onze eigen sekse en die van een ander. Zo kan een man brede heupen bij een vrouw mooi vinden. Een vrouw kan in dat opzicht verward zijn door een stoere man met lange haren te zien. En ik kan je zeggen dat niet alleen vrouwen verward kunnen zijn. 😉

Bijschrift toevoegen
 

maandag 11 februari 2019

Gênant

‘Hee Bi, hoe was je weekend?’ Ik vertel dat mijn weekend leuk en gezellig was tot op een ‘Bridget-Jones-achtig-tafereel’ na.

Ze kijkt me met lachende en vragende ogen aan. Zij is degene die mij vaak vergelijkt met ‘Bridget Jones’ en me zo door het leven ziet gaan. En eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat Bridget dit ook zo had kunnen overkomen.
Tijdens een gezellig etentje klets ik honderduit en drink een paar rode wijntjes. Ik heb het naar mijn zin, ben in goed gezelschap en de wijn en het eten smaken heerlijk. Aan het eind van de avond wordt er gevraagd of ik nog een toetje wil. Ik besluit om deze avond met Irish coffee af te sluiten. Ik geniet van mijn speciale koffie met een heuse kick. Heerlijk!
Maar dan komt het… Op de terugweg in de auto word ik niet goed. Ik voel me verschrikkelijk. Zo vreselijk slecht! Dit resulteert in vier noodstoppen in de berm. Waarbij ik je verdere details zal besparen. Hoe gênant is dit? Ik blijk wel duizend keer sorry gezegd te hebben. Ik had het liefst willen verdwijnen en in rook willen opgaan. Gewoon helemaal weg uit deze situatie. Vreselijk!
Nadat ze is uitgelachen over mijn schaamte opwekkende gebeurtenis, is ook haar gêne verdwenen. Je bent zo eerlijk zegt ze en begint lachend te vertellen.

Een hele poos geleden is ze samen met een vriendin op de fiets naar een erg leuke jongen gegaan. Onderweg krijgt ze ontzettend last van buikkrampen. Aangekomen op de plaats van bestemming, vraagt ze direct bij het naar binnen gaan of ze naar het toilet mag. Het is een ontlading van jewelste. De hele fanfare komt voorbij. De derde symfonie van Beethoven is er niks bij. Wat een toestand. Afijn… ze is opgelucht en zoekt haar vriendin op en vraagt waar die leuke jongen is gebleven. Deze leuke jongen zat buiten… vlakbij het open wc-raampje en heeft een gratis concert van de plaatselijke fanfare te horen gekregen.   
Nu kom ik niet meer bij van het lachen. Hilarisch!

zondag 2 december 2018

Vaseline

Het is rood en het jeukt enorm.

Het is zelfs iets opgezwollen. Mijn oogleden zijn rood en jeuken ontzettend. Ik zie eruit alsof ik gehuild heb. Ik besluit om toch maar even contact op te nemen met de arts die mij heeft behandeld en mij de gel heeft voorgeschreven die ik moet gebruiken. Zelf denk ik namelijk dat ik gevoelig reageer op de gel en mijn oogleden hierdoor geïrriteerd zijn.  

Per app neem ik contact met de arts op en vertel hem van mijn jeukende rode dikke oogleden en stuur een foto mee. In de app die ik terugkrijg, lees ik dat het inderdaad lijkt op irritatie en dat mijn oogleden wat ontstoken zijn. Ik krijg het advies om mijn oogleden goed vet te houden met vaseline oid.

Omdat ik geen vaseline oid in huis heb, ga ik de stad in. In de winkel zoek ik me een ongeluk. Omdat ik het niet kan vinden, vraag ik iemand van de winkel om me te helpen. ‘Vaseline oid?’ vraagt ze. ‘Ja vaseline oid heb ik nodig’ antwoord ik haar. Nadat de verkoopster op verschillende plaatsen in de winkel heeft gekeken, zegt ze ‘We verkopen wel gewone vaseline, maar vaseline oid hebben we niet.’ Teleurgesteld loop ik naar buiten. Ik heb het toch echt nodig. Mijn oogleden lijken met de minuut erger te kriebelen. Ik stap in de auto. Met dat ik de auto wil starten, voel ik me ontzettend dom. Ik moet lachen om mezelf. Dit is te erg! Echt…

Vaseline oid moet zijn vaseline ‘of iets dergelijks’. De app heb ik niet goed begrepen. De afkorting ‘o.i.d.’ is zonder puntjes geschreven waardoor ik denk dat oid staat voor een soort vaseline. Ik stap de auto uit en loop snel naar binnen om mijn zeer gewilde potje vaseline te scoren. Blij stap ik even later weer in de auto en rijd naar huis. Ik kan niet wachten om de vaseline oid op mijn oogleden te smeren.



zondag 25 november 2018

Bewustwordingsmomentje

‘Oh… ik heb mijn bril niet bij me’  hoor ik tegenover me. Samen met vijf vriendinnen zitten we gezellig aan tafel in een restaurant. Het is te lang geleden dat we samen waren. 

De menukaarten worden ons aangereikt. Van vriendinlief schuin tegenover me hoor ik een ‘Oh, ik ook niet.’  Vriendinlief aan de andere kant van de tafel strekt haar armen zover mogelijk uit. Met samengeknepen ogen tuurt ze naar de menukaart in haar handen.
'Dit zijn toch echt wel gedragskenmerken die bij het ouder worden horen', bedenk ik me.

Dan ineens zie ik een fel licht over de tafel schijnen. Ik knijp mijn ogen samen. Enigszins verblind ben ik door de weerkaatsing van het licht op de glimmende menukaart. Een van mijn vriendinnen is op het heldere idee gekomen dat er een lampje op haar mobiel zit. Hiermee beschijnt ze de menukaart in de hoop te ontcijferen uit welk lekkers ze deze avond kan kiezen.

Je ziet het al een hele tijd aankomen dat je ouder wordt en toch overvalt het je zo nu en dan dat je denkt ‘Oh ja, dit is weer zo’n bewustwordingsmomentje.’

Dit alles observerend, vraag ik me af hoe een etentje met deze dames er over een jaar of tien tot vijftien uit zal zien? 

Het mooie is wel dat ik zeker weet dat je niet stopt met lachen als je ouder wordt. Met een lachrimpeltje meer denk ik dat ik tegen die tijd een aantal brillen op verschillende sterktes meeneem voor het geval iemand van ons iets is vergeten. Daarnaast neem ik wat extra Tena Lady’s mee omdat ik inschat dat het met al dit lachen wel eens nodig kan zijn.