Ik kijk naar een foto met een allerliefst hartveroverend klein babygezichtje. Haar donkere oogjes kijken wijs de wereld in. Wat een schattig meisje is het. Haar kleine bolletje is bedekt met een bos donkere haartjes. Zo lief en vertederend. Een blij niet nader te omschrijven gevoel overmeestert me.
Vol blijdschap praat ik met collega’s over het kleine
meisje. Een van de collega’s vertelt opgetogen welk bijzonder gevoel ze heeft
en wat het met haar doet. Ze kan het gevoel niet thuisbrengen. ‘We zijn tante
geworden!’ zeg ik. ‘Ja precies’ zegt ze ‘zo voelt het.’ Met twinkeling in onze ogen
praten we vol trots en opgetogen verder.
Verbaasd blijf ik elke keer over het feit dat sommige
kindjes geboren worden met enorm veel haar. Deze nesthaartjes verliest het
kindje in de eerste maanden na de geboorte. Toch blijf ik het altijd
verwonderlijk vinden. Wellicht komt dit mede door mijn eigen verleden.
Een collega giechelt als ik haar vertel dat ik zo goed als kaal geboren
ben en tot mijn eerste verjaardag amper haar heb gehad. Pas met anderhalf jaar
had ik iets van wat je een bosje haar kunt noemen.
En nu ik ouder wordt, groeit het op plekken waar ik het liever niet heb. Ook dit is verbazingwekkend. Daarbij komt dat deze haren vaak opvallend, lang en donker zijn. Geef mij dan toch maar die zachte blonde donshaartjes.
En nu ik ouder wordt, groeit het op plekken waar ik het liever niet heb. Ook dit is verbazingwekkend. Daarbij komt dat deze haren vaak opvallend, lang en donker zijn. Geef mij dan toch maar die zachte blonde donshaartjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten